|
Index
f4a1021e31e5b997 3192634553d2714f
|
|
|
|
|
|
Richtlijnen faillissementen en surseances van betaling |
« terug
|
Overige pagina's:
· Introductie
· Voorwoord en belangrijkste wijzigingen
· Inhoudsopgave
Tekst van de regeling:
- Indiening faillissementsverzoeken
- Het verzoekschrift wordt in viervoud ingediend (exemplaar voor verweerder
aangetekend en gewone post, voor curator en dossier rechtbank).
- Bij een vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap worden
twee extra exemplaren van het verzoekschrift voor iedere vennoot bijgevoegd.
- In het verzoekschrift wordt aangegeven in welke lidstaat van de Europese
Unie het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar is gelegen
(art. 3 EU-insolventieverordening). Indien dat niet Nederland is, dan wordt
aangegeven of de schuldenaar een vestiging als bedoeld in artikel 2 sub h
van voormelde verordening binnen Nederland heeft.
- Bij elk verzoekschrift worden de volgende uittreksels van niet ouder
dan één maand bijgevoegd:
- natuurlijke persoon zonder onderneming: gemeentelijke basisadministratie;
- natuurlijke persoon met onderneming: gemeentelijke basisadministratie én
handelsregister;
- vof en cv: handelsregister én per vennoot uit de gemeentelijke basisadministratie;
- NV, BV, coöperatie en buitenlandse rechtspersoon: handelsregister,
zo mogelijk ook van de buitenlandse vestiging(en);
- vereniging of stichting: verenigingen- of stichtingenregister.
Terug naar inhoudsopgave
- Oproeping en aanhouding
- De griffier roept verweerder op voor behandeling van het verzoek in
raadkamer. Deze oproeping vindt plaats zowel bij aangetekende brief met
handtekening retour als per gewone brief. De procureur van verzoeker wordt
van de behandeling op de hoogte gesteld.
- Betreft het een faillissementsverzoek van een natuurlijk persoon, dan wordt deze in de gelegenheid gesteld om een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringregeling in te dienen. De griffier houdt de procureur van het faillissementsverzoek op de hoogte van de voortgang ervan. Bij (onherroepelijke) afwijzing van het verzoek schuldsanering zorgt de griffier voor hernieuwde oproeping of aanzegging terzake het faillissementsverzoek.
- Een verzoek tot faillietverklaring kan in beginsel niet vaker dan vier keer en niet langer dan in totaal acht weken worden aangehouden.
- Verzoeken tot aanhouding door de procureur van verzoeker binnen
de termijn als genoemd onder 2c. zullen in beginsel worden gehonoreerd.
De procureur van verzoeker dient verweerder van die aanhouding behoorlijk
in kennis te stellen. Indien er geen verzoek tot aanhouding is gedaan én
er niemand verschijnt, zal het verzoek in beginsel als ingetrokken worden
beschouwd.
- Als verweerder verschijnt én aanhouding wordt toegestaan, worden dag
en uur waarop de behandeling in raadkamer wordt voortgezet, aan verweerder
aangezegd.
- Als verweerder niet verschijnt én aanhouding wordt toegestaan, is
het de verantwoordelijkheid van verzoeker om verweerder op te roepen. Indien
het bericht van ontvangst kennelijk door verweerder is ontvangen, kan dit
bij aangetekend schrijven. In andere gevallen is daartoe doorgaans een
oproepingsexploot vereist.
- Bij niet behoorlijke oproeping van verweerder wordt de behandeling
tenminste twee weken aangehouden, teneinde verzoeker gelegenheid te geven
om verweerder alsnog op te roepen op de wijze als in de vorige richtlijnbepaling
is voorgeschreven. Bevindt verweerder zich buiten Nederland, dan wordt
de behandeling tenminste vier weken aangehouden.
Terug naar inhoudsopgave
- Behandeling van het rekest
- De procureur van de aanvrager draagt er zorg voor dat de rechtbank
zo goed mogelijk is geïnformeerd over het door de verweerder met betrekking
tot de verzochte faillietverklaring ingenomen standpunt alsmede omtrent
alle andere aspecten die de omstandigheden van verweerder betreffen en
die van invloed kunnen zijn bij de beoordeling van de vraag hoe op het
verzoek beslist moet worden en of op verzoek of ambtshalve een afkoelingsperiode
moet worden bepaald.
- Is de niet verschenen verweerder naar het oordeel van de rechtbank
behoorlijk opgeroepen en voldoet het rekest aan de wettelijke vereisten,
dan kan het faillissement worden uitgesproken.
- De uitspraak in faillissementszaken wordt in de regel gedaan op
de zitting. De rechter kan in gecompliceerde zaken bepalen dat op een
later tijdstip uitspraak wordt gedaan. De uitspraak wordt aan betrokkenen
zo spoedig mogelijk bekend gemaakt.
Terug naar inhoudsopgave
- Meerdere rekesten tegen dezelfde verweerder
- Indien er op een rolzitting meer dan één rekest met betrekking tot dezelfde
verweerder dient, wordt het faillissement op het oudste rekest dat aan
de wettelijke eisen voldoet, uitgesproken.
- Na een uitgesproken faillissement van een verweerder worden andere rekesten
tegen die verweerder ambtshalve vier weken aangehouden omdat na afloop
daarvan de termijnen van verzet en hoger beroep verstreken zullen zijn.
- Bij onherroepelijk worden van een faillietverklaring worden andere rekesten
tegen die verweerder als ingetrokken beschouwd.
- Bij vernietiging van een faillietverklaring door de rechtbank, worden
de andere rekesten behandeld in de volgorde als onder 4a genoemd.
Terug naar inhoudsopgave
- Eigen aangifte
- Een eigen aangifte tot faillietverklaring wordt mondeling gedaan bij
de griffie van de rechtbank. Het verdient aanbeveling om daartoe telefonisch
een afspraak te maken. De rechtbank kan in plaats van de mondelinge aangifte
het gebruik van een aangifteformulier toestaan of voorschrijven. De navolgende
regels (met uitzondering van lid c) zijn dan van overeenkomstige toepassing.
- De eigen aangifte kan ook door middel van een verzoekschrift door een
procureur worden gedaan. Daarbij worden de bijlagen gevoegd als hierna
bepaald. Persoonlijke verschijning bij de aangifte als bepaald onder b
en c is dan niet nodig. Het opmaken van een akte blijft alsdan achterwege.
- Van de eigen aangifte tot faillietverklaring wordt door de griffier een
akte opgemaakt, die door de griffier en de aangever(s) wordt ondertekend.
- De aangever dient zich bij de aangifte te legitimeren door een geldig
legitimatiebewijs. Daarvan wordt kopie bij de akte gevoegd.
- Bij elke aangifte worden de uittreksels overgelegd als genoemd in richtlijn
1d.
- Bij elke aangifte wordt een overzicht gevoegd van baten en lasten.
- Bij de natuurlijke persoon, die in enige gemeenschap van goederen is gehuwd
of als partner is geregistreerd, is persoonlijke verschijning of geldige
volmacht van de (huwelijks)partner vereist.
- De natuurlijke persoon, op wie huwelijkse voorwaarden van toepassing zijn,
legt een akte van de huwelijkse voorwaarden over.
- De natuurlijke persoon wordt door de griffier gewezen op de mogelijkheid
om een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in te dienen.
- Bij de vof en cv. is persoonlijke verschijning of geldige volmacht van
alle beherende vennoten vereist.
- Bij de NV of BV worden tevens de navolgende stukken overgelegd:
- de statuten (origineel of door de notaris gewaarmerkte kopie)
- het aandeelhoudersregister van de BV of de NV (origineel of door de notaris
gewaarmerkte kopie)
- een origineel uittreksel uit de notulen van de vergadering van het tot het
aanvragen van het faillissement bevoegde orgaan van de rechtspersoon alsmede
de opdracht daartoe aan degene die de aangifte komt doen.
- In de aangifte door NV en BV wordt rekenschap afgelegd van inachtneming
van artikelen 2:136 (NV) en 246 (BV), inhoudende kort gezegd dat het bestuur
alleen aangifte mag doen in opdracht van de algemene vergadering van aandeelhouders,
tenzij statuten anders bepalen, en met artikelen 2:164 (NV) en 274 (BV),
inhoudende kort gezegd dat het besluit van het bestuur tot het doen van
aangifte faillissement de goedkeuring van de raad van commissarissen behoeft.
Terug naar inhoudsopgave
- Benoeming curator
- Na de uitspraak benadert de griffier de aan te stellen curator. Deze
geeft aan of hij vrij staat om het faillissement te behandelen. Bij twijfel
geeft hij de redenen daarvoor aan. Staat de curator vrij, dan wordt hij
aangesteld.
- De curator krijgt zo mogelijk nog dezelfde dag toegezonden een afschrift
van het vonnis van faillietverklaring, een exemplaar van elk verzoekschrift
en de voorhanden uittreksels en overige stukken.
- De curator neemt onverwijld contact op met de failliet.
Terug naar inhoudsopgave
- Verzet tegen faillietverklaring
- Het verzet wordt behandeld zo spoedig mogelijk na het indienen van het
verzetrekest.
- De griffier draagt zorg voor kennisgeving van datum en tijdstip van die
behandeling aan de procureur van de verzoeker tot faillietverklaring, de
procureur van de opposant en de curator. Indien de procureur van de aanvrager
van het faillissement niet in raadkamer aanwezig is, dient te blijken dat
hij is opgeroepen.
- Blijkt bij de behandeling dat het faillissement ten onrechte is aangevraagd
en dat het niet aan de gefailleerde te wijten is dat het faillissement
is uitgesproken, dan kan overeenkomstig art. 15 lid 3 Fw de rechtbank de
aanvrager in het salaris van de curator en de overige faillissementskosten
veroordelen.
- Blijkt bij de behandeling dat het faillissement terecht is aangevraagd,
maar wordt het faillissement toch vernietigd, dan kan de aanvrager betaling
van de aanvraagkosten verlangen (griffierecht en procureurssalaris).
Terug naar inhoudsopgave
- Publicaties
- De griffier zorgt ervoor dat alle door de faillissementswet voorgeschreven
publicaties in staatscourant en dagbladen worden geplaatst. Dit gebeurt
op door de griffier vast te stellen wijze in de huisstijl van de Rechtspraak.
- De kosten ervan worden bij voldoende actief doorberekend aan de boedel.
Bij onvoldoende actief worden ze ten laste van de Staat gebracht. Die kosten
kunnen forfaitair zijn. Geringe verschillen tussen echte en forfaitaire kosten
komen ten gunste of laste van de staat of het gerecht.
- De griffier draagt er zorg voor dat alle publicaties in de staatscourant
ook op internet worden geplaatst.
Terug naar inhoudsopgave
- Frequentie van verslaglegging
- Het eerste boedelverslag wordt ingediend zodra de inventarisatiefase
is afgerond (artt. 94-96 Fw). De termijn daarvoor bedraagt uiterlijk één
maand na datum uitspraak faillissement.
- De boedelverslagen erna worden ingediend met inachtneming van de wettelijke
termijn van drie maanden (art. 73a), tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.
Terug naar inhoudsopgave
- Vorm van de periodieke verslaglegging
- De verslaglegging vindt plaats volgens het model, dat als bijlage bij
deze richtlijnen is gevoegd.
- Opvolgende verslagen in hetzelfde faillissement worden doorlopend genummerd.
- Zodra werkzaamheden in een hoofdstuk zijn afgerond, wordt verwezen naar
het verslag, waarin de werkzaamheden zijn afgesloten.
- Van bovenstaand model en werkwijze kan worden afgeweken, als dit in het
belang van boedel, gefailleerde of derden is dan wel de overzichtelijkheid
ten goede komt.
Terug naar inhoudsopgave
- Inhoud van verslagen
- De vraagpunten uit het modelverslag worden zo volledig mogelijk beantwoord.
De in de betreffende verslagperiode verrichte werkzaamheden worden zo inzichtelijk
mogelijk beschreven.
- Als bijlage bij het eerste of tweede periodieke verslag wordt een lijst
van bekende crediteuren bijgevoegd.
- De curator beseft dat de verslagen openbaar zijn. Voor zover openbaarmaking
van informatie (onnodig) schadelijk kan zijn voor de boedel, doet hij daarvan
verslag in vertrouwelijke correspondentie.
Terug naar inhoudsopgave
- Financiële verslaglegging
- Bij elk periodiek verslag wordt als bijlage een tussentijds financieel
verslag gevoegd. Dit wordt opgemaakt volgens het model, dat als bijlage
bij deze richtlijnen is gevoegd.
- In het tussentijds financieel verslag worden alle inkomsten en uitgaven
opgenomen, zoals die aan het einde van de betreffende verslagperiode bekend
zijn. Het saldo van dat financieel verslag komt overeen met het saldo of de
saldi van de boedelrekening(en). Afschriften, waaruit dat saldo blijkt, worden
als bijlage bij het financieel verslag gevoegd.
- Indien in een verslagperiode geen mutaties van betekenis optreden, kan
volstaan worden met verwijzing naar het laatst opgemaakte tussentijds financieel
verslag.
- Ingeval geen vooruitzicht bestaat op enig boedelactief van betekenis, kan
het opmaken van tussentijdse financiële verslagen achterwege blijven.
- Bij het eindverslag wordt als bijlage een voorlopig financieel eindverslag
gevoegd. Dit wordt opgemaakt volgens het model, dat als bijlage bij deze richtlijnen
is gevoegd. Daarin wordt het salaris als verzocht, voorwaardelijk opgenomen.
- Indien geen sprake is van opheffing wegens de toestand van de boedel, levert
de curator na vaststelling van het salaris het definitieve financiële eindverslag
aan alsmede het concept van de uitdelingslijsten.
Terug naar inhoudsopgave
- Financieel beheer
- De curator houdt boedelrekeningen aan bij een bankinstelling, waaraan
door de Nederlandse Bank vergunning ingevolge de Wet toezicht kredietwezen
1992 is verleend. Indien door een rechtbank daartoe een bepaalde bankinstelling
is aangewezen, wordt de boedelrekening bij die bank geopend.
- De tenaamstelling van de faillissementsrekening vermeldt: "Mr. X in zijn
/ haar hoedanigheid van curator in het faillissement van ..." Om problemen
bij rente-renseignering door de belastingdienst te voorkomen is in het
bijzonder van belang het gebruik van de haakjes om de naam en het kantooradres
van de curator.
- De curator is bij uitsluiting bevoegd om over de boedelrekening te beschikken,
tenzij de rechtbank anders bepaalt.
- Betalingen worden zoveel mogelijk via de boedelrekening gedaan en ontvangen.
Betalingen, die daarbuiten worden gedaan en ontvangen, worden in het periodiek
verslag onder het hoofdstuk Rechtbank uitdrukkelijk besproken alsmede zo
spoedig mogelijk met de boedel vereffend.
- Bedragen van enige omvang die niet dadelijk ter voldoening van boedelschulden
of faillissementskosten besteed behoeven te worden, worden op een depositorekening
geplaats1.
Terug naar inhoudsopgave
- Verzoeken tot machtiging, goedkeuring en toestemming
- Genoemde verzoeken worden zo mogelijk schriftelijk gedaan.
- Een op mondeling verzoek verleende mondelinge machtiging, goedkeuring
of toestemming wordt door de curator zo spoedig mogelijk schriftelijk samengevat
en bevestigd.
- Bij verzoeken toestemming verkoop activa (art. 176 Fw) van meer dan 5000
euro wordt gebruik gemaakt van het bij deze richtlijnen bijgevoegde model.
- Bij activatransacties wordt zo mogelijk de concept overeenkomst bij het
verzoek gevoegd.
- Elk eindvonnis dat naar aanleiding van een verleende machtiging tot procederen
is gewezen, wordt als bijlage aan het eerstvolgende periodiek verslag toegevoegd.
Terug naar inhoudsopgave
- Separatisten
- De curator streeft ernaar om met de separatist zo spoedig mogelijk
na uitspreken van het faillissement tot afspraken te komen over het
-bij voorkeur door middel van onderhandse verkoop -te gelde maken van activa
ten behoeve van crediteuren respectievelijk de boedel. Daarbij gaat
het met name om de vraag wie wat doet tegen welke vergoeding.
- Daarbij worden de uitgangspunten in acht genomen, die in de als bijlage
bij deze richtlijnen gevoegde separatistenregeling zijn opgenomen.
- (ontbreekt in versie d.d. 19 juli 2004)
- Afspraken over boedelbijdragen worden steeds ter goedkeuring aan de rechter-commissaris
voorgelegd.
- De afspraken tussen bank en curator worden in de boedelverslagen onder
het hoofdstuk Bank/ Zekerheden verantwoord.
Terug naar inhoudsopgave
- Verificatievergadering
- Wanneer duidelijk is dat uitdeling aan concurrente crediteuren kan
plaatsvinden, verzoekt de curator dag- en tijdbepaling voor een verificatievergadering.
- Indien niet de verwachting bestaat dat enige crediteur de verificatievergadering
zal bezoeken, kan de rechter-commissaris op verzoek van de curator bepalen
dat de verificatievergadering pro forma zal plaatsvinden. Het verzoek daartoe
kan in elk geval gedaan worden als alle tot dat moment ingediende vorderingen
voorlopig erkend zijn. Bij toewijzing van het verzoek zal de griffier in
de publicatie aangeven dat de verificatievergadering pro forma plaatsvindt.
- De curator schrijft de crediteuren vervolgens aan. In de aanschrijving
deelt hij mee dat schuldvorderingen -voor zover nog niet ingediend -uiterlijk
vijftien dagen voor de verificatievergadering bij de curator moeten zijn
ingediend. Voorts dat de lijsten van voorlopig erkende en betwiste vorderingen
gedurende zeven dagen voor de verificatievergadering kosteloos op de rechtbank
ter inzage liggen. Tenslotte verzoekt hij aan de crediteuren, die de verificatievergadering
willen bezoeken, om zich op voorhand bij hem te melden.
- Uiterlijk twee weken voor de verificatievergadering verstrekt de curator
de lijsten met voorlopig erkende en betwiste vorderingen aan de rechter-commissaris
met verzoek deze ter griffie neer te leggen.
- Tot op de verificatievergadering kan de curator verzoeken om wijzigingen
op de lijst van erkende en betwiste vorderingen aan te brengen.
- Indien een of meer crediteuren aan de curator hebben laten weten dat
zij de verificatievergadering zullen bezoeken, deelt de curator dit mee
aan de griffier en zal hij ook zelf aanwezig zijn. Behoudens die mededeling
van de curator, zal de pro forma geagendeerde verificatievergadering pro
forma plaatsvinden.
Terug naar inhoudsopgave
- Het akkoord
- De curator onderzoekt op verzoek van de gefailleerde de mogelijkheden
van het aanbieden van een akkoord. De curator is binnen redelijke grenzen
gefailleerde behulpzaam bij het aanbieden daarvan.
- Van de aanbieding van een akkoord stelt de gefailleerde of de curator
de rechter-commissaris zo mogelijk op de hoogte gelijktijdig met het verzoek
tot bepaling van dag en tijdstip voor de verificatievergadering.
- Gelijktijdig met de indiening van de lijsten van voorlopig erkende
en betwiste vorderingen wordt het ontwerp van akkoord aan de rechter-commissaris
verstrekt met verzoek deze ter griffie neer te leggen. De curator dient
daarbij zijn eindverslag in.
- Uiterlijk de dag voor de zitting verstrekt de gefailleerde of de curator
aan de rechter-commissaris een lijst met voorlopig erkende en betwiste
vorderingen, waarop aangegeven staat welke crediteuren machtiging verleend
hebben om voor het akkoord te stemmen alsmede welk percentage dit aantal
machtigingen van het aantal crediteuren uitmaakt alsmede welk bedrag deze
machtigingen procentueel van de totaal ingediende vorderingen vertegenwoordigen
(art. 145 Fw). Bij die lijst zijn de originele machtigingen bijgevoegd,
althans afschriften daarvan.
- De curator en de gefailleerde dienen aanwezig te zijn bij de behandeling
van het akkoord (en de verificatievergadering).
- Tijdens de behandeling van het akkoord toont de gefailleerde of de
curator aan dat het akkoord kan worden aangenomen. Daarbij kan de eerder
overgelegde lijst aangevuld worden. Voor zover de originele machtigingen
niet zijn overgelegd, gebeurt dit alsnog.
- Indien de curator de rechtbank positief zal adviseren alsmede de rechter-commissaris
de rechtbank zal voordragen het akkoord te homologeren alsmede het salaris
van de curator vast te stellen overeenkomstig het bij het eindverslag ingediende
verzoek, kan bij aanzegging van dag en tijdstip van homologatie aan gefailleerde
en curator worden meegedeeld dat zij niet verplicht zijn om op die zitting
te verschijnen, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten. Deze mededeling
wordt in het proces-verbaal opgenomen.
Terug naar inhoudsopgave
- Opheffing wegens de toestand van de boedel
- De curator verzoekt opheffing van het faillissement wegens de toestand
van de boedel gelijktijdig met de indiening van het eindverslag.
- Het verzoek van de curator gaat vergezeld van een verzoek tot vaststelling
van salaris.
- De griffier stelt de curator in kennis en roept de gefailleerde op voor
de behandeling van het verzoek door de rechtbank. In de oproep wordt
meegedeeld dat verschijning niet noodzakelijk is.
Terug naar inhoudsopgave
- Vereenvoudigde afwikkeling
- Indien de curator voorziet dat het faillissement in aanmerking komt
voor vereenvoudigde afwikkeling (artikel 137a-g), dient hij eindverslag
in met verzoek tot vaststelling van het salaris.
- Voor indiening van het verzoek vereenvoudigde afwikkeling (na vaststelling
van het salaris) wordt gebruik gemaakt van het bij deze richtlijnen gevoegde
model. Dit verzoek wordt samen met het definitieve financiële eindverslag
aan de rechter-commissaris verstrekt.
- In dat financiële eindverslag zijn de preferente vorderingen opgenomen
alsmede het percentage en bedrag dat op elke preferente vordering kan
worden uitgedeeld. In het aldus opgemaakte financiële verslag kan tevens
de uitdelingslijst zijn opgenomen.
- Het verzoek wordt na goedkeuring
ondertekend aan de curator teruggezonden. De griffier vult voor verzending
in op welke dag publicatie van de vereenvoudigde afwikkeling en neerlegging
uitdelingslijst zal plaatsvinden.
- De curator zorgt ervoor dat vóór die
publicatie de crediteuren zijn aangeschreven. In deze aanschrijving vermeldt
de curator dat het faillissement vereenvoudigd wordt afgewikkeld en derhalve
geen verificatievergadering wordt gehouden en geen uitdeling aan concurrente
crediteuren plaatsvindt (art. 137a, lid 2 Fw) alsmede dat de uitdelingslijst
ter griffie ter inzage ligt vanaf de datum publicatie tot tien dagen erna
(art. 137d, lid 4 Fw).
Terug naar inhoudsopgave
- Tijdregistratie
- Salaris kan alleen verzocht worden op basis van een gespecificeerde
registratie van daadwerkelijk door degene die registreert aan het faillissement
bestede tijd.
- Bij de tijdregistratie kan gebruik worden gemaakt van vaste tijdeenheden,
mits deze niet groter zijn dan zes minuten.
- Als meerdere werkzaamheden achtereenvolgens worden uitgevoerd, wordt
de daadwerkelijk door degene die registreert, in totaal daaraan bestede
tijd genoteerd.
- De tijdregistratie wordt aldus gespecificeerd dat daaruit is af te
leiden:
- de datum waarop de werkzaamheid is verricht;
- de persoon door wie dat is gebeurd;
- de tijdschrijfgroep, waarin die werkzaamheid viel;
- de soort van de werkzaamheid;
- een korte aanduiding met wie gesproken of gecorrespondeerd is of
het onderwerp waarop studie of overleg betrekking had.
- Bij de plaatsing in een tijdschrijfgroep wordt gebruik gemaakt van
de indeling als aangebracht in het overzicht, dat aan deze richtlijnen
als bijlage is gevoegd.
- Bij de soort van werkzaamheid wordt tenminste onderscheiden in correspondentie,
telefoon, conferentie, procedure, studie en overleg. Indien binnen een
tijdschrijfgroep meerdere procedures worden gevoerd, moet de daaraan bestede
tijd zodanig worden verantwoord, dat de afzonderlijke procedures kunnen
worden onderscheiden.
- Bij elk verslag wordt de tijdregistratie gevoegd, die betrekking heeft
op de verslagtermijn. Voorts worden op een afzonderlijk (voor)blad de (sub)totalen
per tijdschrijfgroep vermeld op de wijze als in bijgevoegd model is weergegeven.
- Het registratiesysteem moet beschikken over de mogelijkheid om per
specificatie sub d1-d4 totalen te berekenen en eventueel de daarbij horende
registraties te selecteren. De rechter-commissaris kan de curator verzoeken
dergelijke totalen te berekenen en/of een overzicht te geven van een of
meer soorten registraties.
Terug naar inhoudsopgave
- Voorschotten op het salaris
- Voorschot op salaris kan alleen verzocht worden op het moment van indiening
van het verslag over de periode waarop een of meer verslagen betrekking
hebben, voor zover de boedel dit toelaat.
- Een verzoek voorschot op salaris wordt eenmaal per jaar verstrekt,
tenzij de rechtbank anders bepaalt.
- Er kan nadien voorschot op salaris worden verzocht over vorige periode(n),
als het verzoek daartoe achterwege is gebleven wegens onvoldoende boedelactief.
- Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het model,
dat als bijlage bij deze richtlijnen is gevoegd.
- De in het voorschot gedeclareerde tijdbesteding dient gelijk te zijn
aan de som van de in betreffende verslag(en) in alle hoofdstukken opgegeven
tijdbesteding.
- De opgegeven uurtarieven dienen aan te sluiten bij hetgeen daarover
onder uurtarieven is opgenomen.
- Bij elk verslag worden de tijdregistraties per tijdschrijfgroep over
de betreffende periode bijgevoegd. Deze zijn niet openbaar.
Terug naar inhoudsopgave
- Vaststelling van het salaris
- Het salaris van curator, kantoorgenoten en medewerkers wordt door de
rechtbank geheel ten name van de curator vastgesteld.
- Het salaris van de curator wordt aan het einde van het faillissement
vastgesteld.
- Voor afwikkeling van faillissementen mag forfaitair twee uur worden
begroot ingeval er geen uitdeling plaatsvindt, anders vier uur. Een verzoek
om meer uren dient afzonderlijk gemotiveerd te worden.
- Het verzoek daartoe gaat vergezeld van het eindverslag en het voorlopig
financieel eindverslag.
- Het salaris inclusief verschotten zal in de regel niet vastgesteld
worden op een bedrag hoger dan het beschikbaar actief.
Terug naar inhoudsopgave
- Het uurtarief
- Het uurtarief van de curator en kantoorgenoten (advocaten) is het product
van:
- Het basisuurtarief in het jaar van de tijdbesteding (zie richtlijn
24);
- De ervaringsfactor van de curator of diens kantoorgenoot (zie richtlijn
25), de laatste echter tot het maximum van de ervaringsfactor van de
curator;
- De boedelfactor (zie richtlijn 26);
- (ontbreekt in versie 19 juli 2004)
- Het product wordt als volgt afgerond:
Bij een ervaringsfactor van 0,6 en een boedelfactor van 1,0 wordt het product gesteld op: 0,6
Bij een ervaringsfactor van 0,8 en een boedelfactor van 1,0 wordt het product gesteld op: 0,8
Bij een ervaringsfactor van 1,0 en een boedelfactor van 1,0 wordt het product gesteld op: 1,0
Bij een ervaringsfactor van 1,3 en een boedelfactor van 1,0 wordt het product gesteld op: 1,3
Bij een ervaringsfactor van 0,6 en een boedelfactor van 1,1 wordt het product gesteld op: 0,7
Bij een ervaringsfactor van 0,8 en een boedelfactor van 1,1 wordt het product gesteld op: 0,9
Bij een ervaringsfactor van 1,0 en een boedelfactor van 1,1 wordt het product gesteld op: 1,1
Bij een ervaringsfactor van 1,3 en een boedelfactor van 1,1 wordt het product gesteld op: 1,45
Bij een ervaringsfactor van 0,6 en een boedelfactor van 1,2 wordt het product gesteld op: 0,8
Bij een ervaringsfactor van 0,8 en een boedelfactor van 1,2 wordt het product gesteld op: 1,0
Bij een ervaringsfactor van 1,0 en een boedelfactor van 1,2 wordt het product gesteld op: 1,2
Bij een ervaringsfactor van 1,3 en een boedelfactor van 1,2 wordt het product gesteld op: 1,6
- In bijzondere gevallen kan een afwijkend uurtarief aan de rechter-commissaris
worden voorgesteld.
- Het uurtarief voor medewerkers, niet zijnde advocaten (faillissementsmedewerkers),
is afhankelijk van relevante ervaring in combinatie met opleiding van betrokkene,
waarbij de navolgende factor ten opzichte van het basisuurtarief wordt
toegepast:
- factor 0,4: tot en met 4 jaar ervaring;
- factor 0,5: van 5 tot en met 9 jaar ervaring;
- factor 0,6: 10 jaar of meer ervaring.
- De inzet en hoogte van de honorering van faillissementsmedewerkers
wordt voorafgaande aan hun inzet voor goedkeuring aan de rechter-commissaris
voorgelegd.
- In geval de werkzaamheden zich over meer dan één kalenderjaar hebben
uitgestrekt, wordt voor elk kalenderjaar het in dat jaar geldende basisuurtarief
toegepast.
- De curator ijvert om de werkzaamheden in het faillissement zodanig
qua moeilijkheidsgraad te verdelen over hemzelf en zijn kantoorgenoten
en faillissementsmedewerkers, dat die werkzaamheden tegen het laagst mogelijke
uurtarief plaatsvinden.
Terug naar inhoudsopgave
- Het basisuurtarief
- Het basisuurtarief wordt jaarlijks aangepast (in 2004 bedraagt het
170 euro).
- Indien Recofa in overleg met NOvA en Insolad voorafgaande aan een nieuw
kalenderjaar geen tarief vaststelt, wordt het basisuurtarief per 1 januari
aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil
tussen het indexcijfer CAO lonen per uur inclusief bijzondere beloningen,
reeks voor de Overheid (juli publicatie), van enig jaar en het overeenkomstige
indexcijfer in het voorafgaande jaar.
- De NOvA zal jaarlijks tijdig aan Recofa opgave doen van het aanpassingspercentage.
- In het basisuurtarief zijn begrepen de algemene kosten van de praktijk,
zoals de kosten van:
- het kantoor
- de kantoororganisatie
- De secretaresse en de overige personeelsleden, voor zover niet
vallend onder richtlijn 23.
Terug naar inhoudsopgave
- Ervaringsfactor
- Deze factor heeft betrekking op het aantal praktijkjaren vanaf de datum
van (eerste) beëdiging:
- factor 0,6: korter dan 4 jaar advocaat;
- factor 0.8: 4 jaar of langer advocaat, doch korter dan 8 jaar;
- factor 1,0: 8 jaar of langer advocaat, doch korter dan 12 jaar;
- factor 1,3: 12 jaar of langer advocaat.
Terug naar inhoudsopgave
- Boedelfactor
- Deze factor wordt als volgt bepaald:
- factor 1,0 : actief is minder dan € 25.000,--;
- factor 1,1 : actief is € 25.000,-- of meer doch minder dan € 50.000;
- factor 1,2 : actief is € 50.000,-- of meer.
- In iedere (voorlopige) surseance wordt een factor tussen 1,0 en 1,2
door de rechtbank bepaald. Toetsingscriteria daarvoor zijn ingewikkeldheid
van de zaak en het maatschappelijk belang.
- Onder het actief wordt het uiteindelijk gerealiseerde actief verstaan
exclusief reeds voldane faillissementskosten.
Terug naar inhoudsopgave
- Niet gespecificeerde verschotten
- Dit zijn onder andere in het kader van het faillissement uitgegeven:
- portokosten;
- telefoonkosten;
- telefax-, telegram- en telexkosten;
- kopieerkosten.
- Deze kosten worden gesteld op 4% van het salaris van de curator.
Terug naar inhoudsopgave
- Gespecificeerde verschotten
- Dit zijn onder andere:
- griffierechten;
- deurwaarderskosten;
- reis- en verblijfkosten;
- taxatiekosten;
- veilingkosten;
- kosten van deskundigen;
- kosten van niet in dienst zijnde hulpkrachten
- Voor de onder 1-5 genoemde kosten hoeft geen afzonderlijke toestemming
te worden verzocht. Zij kunnen gesaldeerd in het financieel verslag worden
opgenomen.
- Voor het inschakelen van deskundigen en niet in dienst zijnde hulpkrachten
wordt vooraf toestemming aan de rechter-commissaris gevraagd. Daarbij wordt
toegelicht welke opdracht deze derde krijgt en welke te verwachten kosten
daarmee gemoeid zijn.
- De onder c. door de rechter-commissaris gegeven toestemming wordt mede
geacht betrekking te hebben op het betalen van de facturen van die derden.
Voor zover die kosten hoger zijn dan begroot, legt de curator daarvan verantwoording
af.
Terug naar inhoudsopgave
- Surseance van betaling
- Hetgeen in deze richtlijnen wordt gezegd over het faillissement en over
de curator, is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de (voorlopige)
surseance en de daarin benoemde bewindvoerder(s).
- Het verzoek tot het verlenen van surseance van betaling moet ondertekend
zijn door een procureur en de verzoeker zelf. Daarbij zullen dezelfde
stukken gevoegd worden als hiervoor vermeld ten aanzien van natuurlijke
personen, vennootschappen c.a. en rechtspersonen, echter met uitzondering
van een aandeelhoudersregister en een uittreksel uit de notulen van de
vergadering van het bedoelde bevoegde orgaan. De staat van baten en lasten
bevat een lijst van crediteuren.
- Indien het verzoek en de bijlagen aan de in de wet alsmede deze richtlijnen
gestelde eisen voldoet, kan de voorlopige surseance van betaling zonder
mondelinge behandeling onverwijld worden uitgesproken. In de beschikking
wordt in verband met de definitieve verlening van de surseance van betaling
een crediteurenvergadering bepaald op een termijn van twee tot vier maanden.
- Ongeveer zes weken voor de datum waarop de crediteurenvergadering volgens
de beschikking van de rechtbank zal plaatsvinden, deelt de bewindvoerder
aan de rechter-commissaris mee of deze inderdaad doorgang zal vinden.
Zo ja dan verstrekt de bewindvoerder een recente bijgewerkte genummerde
crediteurenlijst met namen en volledige adressen en postcodes alsmede
-zo mogelijk -adresstickers. Bij afwezigheid daarvan wordt in beginsel aangenomen
dat de sursiet zelf zorg draagt voor verzending van de noodzakelijke
stukken.
Terug naar inhoudsopgave
- Rekening en verantwoording
- In de tussentijdse financiële verslagen wordt verantwoording afgelegd
van de inkomsten en uitgaven van de boedel. In de periodieke verslagen
worden de rechten en plichten van de boedel voor zover mogelijk opgenomen.
Het (voorlopig) financieel eindverslag inclusief de uitdelingslijst bevat
zowel de in- en uitgaven als de rechten en plichten.
- De controle op de rekening vindt per verslagperiode plaats doordat de
saldi van de boedelrekening en (eventueel) de depositorekening moeten
overeenkomen met het saldo van het (tussentijds) financieel verslag.
De bankafschriften, waarop die controle kan worden uitgevoerd, worden bij
het betreffende financieel verslag gevoegd.
- Bij opheffingen wegens de toestand van de boedel, waarbij het totaal
gerealiseerde actief ontoereikend is voor voldoening van het salaris
van de curator, kan rekening en verantwoording achterwege blijven. In
alle andere gevallen worden binnen twee maanden na de opheffing of het verbindend
worden van de uitdelingslijst alle bankbescheiden ter goedkeuring aan
de rechter-commissaris voorgelegd. Bij rechtbanken waar de regel geldt dat
de curator slechts tezamen met de rechter-commissaris over de boedelrekening
kan beschikken, bestaat deze verplichting niet, tenzij de rechter-commissaris
anders bepaalt.
- In faillissementen, waarin de toestand van de boedel dat toelaat, kan
de rechter-commissaris op elk moment verlangen dat een door hem aan te
wijzen accountant (tussentijds) de rekening en verantwoording van de
curator controleert. Diens kosten komen ten laste van de boedel.
Terug naar inhoudsopgave
- Afdekking van aansprakelijkheid
- De aansprakelijkheid van curatoren, bewindvoerders en hun medewerkers
dient in beginsel gedekt te zijn door verzekering, hetzij privé hetzij
via zijn kantoor. Deze aansprakelijkheid dient te betreffen dekking voor
beroepsfouten voor zover de curator hiervoor aansprakelijk kan zijn.
- Een en ander laat onverlet, dat per arrondissement curatoren en bewindvoerders
een gezamenlijke verzekering kunnen afsluiten, die de individuele aansprakelijkheidsverzekering
voor insolventiehandelingen vervangt of aanvult.
- Slechts in uitzonderlijke gevallen kan een aparte, uitsluitend voor
die boedel bedoelde verzekering worden afgesloten, waarvan de premie ten
laste van de boedel mag worden gebracht. Voor het afsluiten daarvan is
toestemming van de rechter-commissaris vereist. De premiebetalingen zijn
gespecificeerde boedelschulden en dienen als zodanig verantwoord te worden.
- Ditzelfde geldt ook voor een aanvullende aansprakelijkheidsverzekering
boven de gewone verzekering van de curator of bewindvoerder. Deze kan alleen
afgesloten worden als niet onder de normale verzekering gedekt risico te
verwachten is voor bijvoorbeeld bestuurders-, milieu- of productaansprakelijkheid.
Terug naar inhoudsopgave
- Overige
- Deze richtlijnen treden in werking op 1 januari 2005, met uitzondering
van richtlijnbepaling 20d3, 20e en 20g, tweede volzin. De invoering daarvan
wordt nader bekend gemaakt.
- Richtlijn 23e en 23f is van toepassing op alle medewerkers, niet zijnde
advocaten, die vanaf 1 januari 2005 werkzaamheden in faillissementen verrichten.
Het van toepassing zijnde tarief wordt niet lager vastgesteld dan dat,
waartegen de medewerker op het moment van invoering van deze richtlijnen
werkzaamheden verrichtte.
- Deze richtlijnen worden zo spoedig mogelijk na vaststelling geplaatst
op de websites van rechtspraak, Insolad en NOvA.. Daarvan wordt aankondiging
gedaan in het advocatenblad.
Terug naar inhoudsopgave
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bedrijfsinsolventies in de maand oktober 2024 |
Faillissementen |
|
Schuldsaneringen |
|
Surseances |
|
Meer statistieken » |
|
Aantal verslagen |
254274 |
|
|
|
|
|
|
|
|